
Waar nu het natuurgebied Ingendael ligt, groeiden 25 jaar geleden nog aardappelen en bieten. Na aankoop in 1996 van dit gebied is de ontwikkeling van een natuurlijk beekdallandschap ingezet.
Dankzij begrazing met Galloway-runderen en Konikpaarden is een ruig en gevarieerd terrein ontstaan. Grotendeels open, maar op allerlei plekken is ook meidoornstruweel te zien. Aan de noordzijde ligt een laagte die zich tot een moeras heeft ontwikkeld. U mag overal in het gebied komen, een mooi voorbeeld van struinnatuur.
Waar het open terrein van Ingendael eindigt, begint aan de zuidzijde van de Geul het steile hellingbos van de Bergse Heide. Bovenop de helling gaat dit over in plateaubos. Het gebied is doorsneden met een aantal wandelpaden. Het mooiste pad ligt echter aan de Geul. Vanaf daar heeft u een fraai zicht met aan de ene kant steil oprijzend bos en aan de andere een vrij uitzicht over Ingendael en Château St. Gerlach. Met dit Geulpad op de heen- of terugweg kunt u een perfect rondje maken langs de Geul en door het bos, met zo u wilt de Meertensgroeve als toetje. Deze groeve aan de rand van Vilt is een zand- en grindgroeve uit de vijftiger en zestiger jaren van de 20e eeuw. In de grotendeels open groeve liggen twee grote en vele kleine poelen. Het gebied wordt begraasd met Nederlandse landgeiten. De Meertensgroeve is via een ingang aan de Meesweg (zuidzijde) vrij toegankelijk. Tussen de Meertensgroeve en het dorp Vilt is dankzij de inzet van de lokale bevolking een belevingsboomgaard aangelegd. Op een akker en voormalig voetbalveld staat nu een assortiment hoogstamfruitbomen en ontstaan bloemrijke graslanden.
Meer informatie Ingendael
Meer informatie Meertensgroeve