Sleuteloverdracht
Bij carnaval ontvangt de Prins carnaval op de eerste dag van het carnaval de symbolische sleutel van de stad/dorp uit handen van de burgemeester; die 3 dagen lang ‘de macht’ aan hem overdraagt.
Dweilorkesten / zaate hermeniekes
Bij Bourgondische carnavals is het gebruikelijk dat dweilorkesten tijdens het feest voor het grootste deel van de muziek (in de cafés/zalen) zorgen. In Limburg zijn de kapellen (Zaate Hermenie of Joekskapel) meer beperkt tot buiten spelen. Dit levert meteen het grootste verschil op tussen beide varianten: Bourgondisch wordt binnen gevierd en Rijnlands wordt buiten gevierd.
In ‘s-Hertogenbosch (Oeteldonk) wordt carnaval veelal in de kroegen gevierd, maar ook veel op straat. In Maastricht wordt carnaval overwegend op straat gevierd. Vele kroegen halen hun voorgevel er ook uit om in open verbinding te staan met buiten.
11 november
Bij zowel het Rijnlandse en het Bourgondisch carnaval speelt 11-11 een belangrijke rol. In Limburg worden om 23/11:11u de eerste vergaderingen van de Raden van Elf gehouden, ter voorbereiding op de komende carnaval. In Brabant worden op datzelfde moment de nieuwe carnavalsmotto’s bekend gemaakt.
Carnavalsoptochten
In veel plaatsen worden grote carnavalsoptochten gehouden met praalwagens, georganiseerd en gemaakt door de carnavalsverenigingen, vaak met een bepaald thema.
Prins en gevolg
Een herkenbaar fenomeen tijdens het carnaval is de aanwezigheid van de prins en zijn gevolg. De opmaak van dit gevolg verschilt per regio, de Prins en nar zijn echter vrijwel universeel inbegrepen.
Betogen in dialect
Betogen in dialect worden in beide vormen gehouden. In Brabant wordt deze persoon een tonpraoter genoemd, en zit ook daadwerkelijk in een ton, en in Limburg een buutteredner. Beiden houden een cabaretesk betoog in dialect, waarin allerlei actuele zaken de revue passeren. Vaak worden daarbij lokale situaties en bekendheden uit de lokale en regionale politiek op de korrel genomen.
Oude Wijven
In de week vóór carnaval zo genaamde Oude Wijvenavonden gehouden. Tijdens ‘Oude Wijven’ zijn de kroegen en de straten bevolkt door verklede vrouwen. Mannen die zich op straat en in de cafés naar binnen wagen lopen gevaar vernederd en weggejaagd te worden. Tot de ingeburgerde traditie op deze dag behoort het afknippen van de stropdassen (soms ook de schoenveters) die de mannen dragen. Deze traditie is vooral in Zuid-Limburg wijdverbreid.
Carnavalsverenigingen
Rijnlandse carnavalsfeesten worden gedomineerd door carnavalsverenigingen. Deze verenigen, waarvan er vaak meerderen per stad of dorp zijn met ieder een eigen prins en raad van elf, organiseren tijdens het carnaval hun eigen feesten voor zowel leden als niet-leden van de vereniging.
Kleding
Traditionele kleding bestaat uit uitgebreide kostuums. Sommigen kopen een compleet thematisch kostuum in een feestwinkel, weer anderen maken hun kostuums zelf. Omdat het Rijnlands carnaval ook merendeel buiten plaatsvindt, zijn de kostuums ook warmer. De kostuums zijn uitgebreider en meestal uit meerdere lagen opgebouwd. Gewone jassen om het niet koud te krijgen worden nooit over de carnavalskleding gedragen. Hooguit eronder.
Traditionele kleding bij het Bourgondisch carnaval bestaat uit oude kledingstukken, gordijnen, blauwe kielen en zakdoeken met allerlei accessoires. Vooral in het Westen van Noord-Brabant ziet men dit in grote getale terug. Bourgondisch carnaval is veelal binnen in cafés en in zalen. Daar is het warmer, dus de kleding is ook minder dik en bestaat uit minder lagen. Om van en naar de verschillende feestlocaties te gaan, hebben velen oude jassen aan om het buiten niet koud te krijgen.
Kleuren
Het Rijnlands carnaval heeft drie officiële kleuren die overal terugkomen. Dit zijn rood, geel en groen.
Plaatsnamen
Het is gebruikelijk voor steden met een Bourgondische carnavalstraditie (ofschoon er ook in Oostelijk Nederland enkele plaatsen met als basis het Rijnlands carnaval dit doen) om de naam tijdens carnaval te veranderen. Enkele voorbeelden zijn: Kielegat: Breda, Strienestad: Steenbergen, Jocus Riék: Venlo, Kruikestad: Tilburg, Krabbegat: Bergen op Zoom, Lampegat: Eindhoven, Oeteldonk: ‘s-Hertogenbosch, Sjpassemig: Heerlen en Zandhazendurp: Rosmalen.
Motto
Veel, maar niet alle, Bourgondische carnavals hebben een officieel motto. Dit is vaak een gevleugelde uitspraak in plaatselijk dialect. In de optocht kunnen mensen zich dan naar het motto optuigen en wellicht een prijs winnen.