Een beek die niet langer klakkeloos een door mensen bepaalde route volgt, maar haar eigen weg zoekt. Dát is het eigene aan de Beneden-Geul tussen Valkenburg en Meerssen.
Vanaf 1996 kan de natuur hier weer haar gang gaan: omgevallen populieren blijven nu in de beek liggen. Zij moet dan op zoek naar nieuwe wegen, door de obstakels gedwongen. Ze verbreedt haar bedding, slijt nieuwe geulen uit, laat oude beddingen achter, werpt zand- en grindbanken op, kortom: er ontstaat een fascinerend spel, resulterend in een keur aan biotoopjes. Daarbij komt dat het water nu in langzamer tempo door de beek stroomt. Zo ontstaan stroomafwaarts minder snel overstromingen en nemen de bijbehorende hoogwaterrisico’s af.
De Geul is één van de weinige gebieden in Nederland waar Konikpaarden, Gallowayrunderen en reeën zowel op de beekhellingen, als op de dalbodem kunnen grazen. De Galloways lopen op Ingendael, in Meerssenderbroek-De Dellen en op de Bergerheide/Meertensgroeve.