
In dit loofbos aan de noordrand van het Zuid-Limburgse lössgebied ontspringen veel kleine bronbeken. Deze kleine beken, die uitkomen in de Hondsbeek, zorgen voor een grote plantenrijkdom met onder meer goudveil, slanke sleutelbloem en bittere veldkers.
In de naam Grasbroek komt het woord broek voor. Gebieden en plaatsen met het woord broek duiden op voormalige moerasgebieden. Op de hogere delen groeit eenbes, eenbloemig parelgras en kleine kaardebol. Het bos is zeer vogelrijk met soorten als wielewaal, zanglijster en nachtegaal.
Mottes
In het natuurgebied ligt één motte, een kunstmatig aangelegde aarden heuvel, uit de 10e eeuw. Op dit soort motten hebben hoogst waarschijnlijk houten verdedigingswerken gestaan. Kort bij het kasteel Grasbroek ligt een andere motte waar een voorburcht op heeft gestaan. Deze rond 1540 verwoeste burcht op de heuvel ten noorden van de Kattebroekbeek (een zijtak van de Hondsbeek) is de voorloper van het huidige kasteel Grasbroek dat stamt uit de zestiende eeuw.
Kasteel Grasbroek
Kasteel Grasbroek is gebouwd in 1596 en is gelegen in en aan de Bornerweg tussen de kerkdorpen Born en Limbricht in de gemeente Sittard-Geleen.
De geschiedenis van kasteel Grasbroek hangt nauw samen met het verderop gelegen kasteel van Born. Vooral de familie van Drimborn heeft veel betekent voor dit kasteel in Born. In de 16e eeuw waren zij eigenaar van het kasteel en tevens was de familie bouwheer van kasteel Grasbroek. Vanaf 1700 wisselen de eigenaren zich af. Door vererving kwam het kasteel Grasbroek in eigendom bij de familie Barbou de Roosteren. Tot voor kort was het nog bewoond door deze familie die nu in de bijgebouwen woont.
Sinds 1985 is Natuurmonumenten eigenaar van kasteel Grasbroek. De laatste ingrijpende restauratie heeft plaats gevonden in 1987.