
Verspreid langs de beek de Noor liggen drassige hooilanden (beemden), moerasbos, hoogstamboomgaarden en droge hellingen. In de hooilandjes groeien onder meer reuzenpaardenstaart, knolsteenbreek en bosbies. Het Noordal bestaat uit vier delen: Wolfsberg, Bergenhuizen, Noorbeemden en Matzedelle.
Glanrund
Tot aan het begin van de 19de eeuw kwam het Glanrund in Zuid-Limburg voor. Daarna verdween het uit het landschap. Inmiddels is het Glanrund weer teruggebracht in dat Limburgse landschap. Voor de herintroductie is een samenwerkingsverband gesmeed met Natuurmonumenten, de Vlaamse organisatie Natuurpunt en een particuliere Limburgse boer.
De Glanrunderen worden ingezet voor begrazing van een aaneengesloten, grensoverschrijdend natuurgebied van 120 hectare. Het gebied moet tevens de kraamkamer worden voor de verspreiding van Glanrunderen over de rest van de provincie.
Vroedmeesterpad
Door de variatie in landschapstypen komen hier veel soorten vogels, zoogdieren en andere dieren voor. Enkele vogelsoorten zijn grote gele kwikstaart, wielewaal, zwarte roodstaart en geelgors.
De hoogstamboomgaarden zijn belangrijk voor onder meer de das die het overgebleven ’valfruit’ eet. In de buurt van de bronnen, poelen, bosranden en graften (met bomen en struiken begroeide scheidingswallen tussen landbouwpercelen) leven veel amfibieën en reptielen waaronder vroedmeesterpad en levendbarende hagedis. In de toekomst vervult het Noordal een verbindingsfunctie tussen het Savelsbosch en het Geuldal. Het gebied sluit aan op het Belgische natuurgebied Altenbroek.
Foto: Els Diederen at li.wikipedia / CC BY-SA