Langs de Maas tussen Baarlo en Venlo ligt een vrijwel aaneengesloten lint van rivieroeverreservaten met grasland en ruigtes: Raayweiden, Blericker Nak, Romeinenweerd in Venlo-Blerick en het Berckterveld in Baarlo [Rijkswaterstaat]. Enkele plassen met eromheen wilgenbos bieden variatie. Zuidelijk van Hout-Blerick ligt de Tangkoel, een plas omringd door elzenbroekbos, als binnendijkse uitloper van het rivierpark. Hier is 64 ha in eigendom en beheer.

In de Maascorridor waar Rivierpark Baarlo-Blerick deel van uitmaakt is struinnatuur een belangrijk principe. De gebieden kunnen op of buiten het pad worden betreden. Honden mogen vanwege de aanwezige runderen alleen aangelijnd mee. De Springbeekmonding is over te steken via stapstenen. De Tangkoel kan via een bruggetje worden gepasseerd. De plas in de Tangkoel is in gebruik als visvijver. Hier loopt een groene route van 5,5 km. In overleg met de plaatselijke hengelclub kan er worden gevist. Het rivierpark Baarlo-Blerick ligt nabij dorp of stad. Stadsbuslijn 2 stopt bij de Molenbossen-flats. Het Maas-Niederrheinpad loopt door het gebied.

Als een groen lint strekken de rivieroeverreservaten zich aan beide zijden van de Maas uit. Overleg tussen Stichting het Limburgs Landschap, Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en de gemeenten Venlo en Peel en Maas leverde het Rivierpark Baarlo- Blerick, onderdeel van de Maascorridor, op.

In het noorden start dit met de Raayweiden, dat zich vanaf de industriehaven van Blerick tot in het stadcentrum uitstrekt. Dit oorspronkelijke weiland met recent gegraven nevengeul van de Maas ontwikkelt zich door de begrazing met galloways tot een soortenrijk gebied. Door selectieve begrazing worden sommige plantensoorten bevoordeeld en andere benadeeld. Er ontwikkelen zich ruigtes en hier en daar slaan bomen en struiken op. Door opgroeiende bomen wordt het zicht vanaf het historische Venlose centrum op het industrieterrein Blerick ‘verzacht’.

Een tweede deelgebied met een eigen gallowaykudde loopt op het Balkon van Blerick en via de Blericker Nak naar de aangrenzende Romeinenweerd. Het is een afwisselend onderdeel van het rivierpark, oorspronkelijk bestaand uit agrarisch grasland. In het najaar van 1995 is, na de extreme hoogwaterperiodes in de winters van 1993 en 1995, een deel van de graslanden in de Romeinenweerd afgegraven. De vrijgekomen klei is benut om kades aan te leggen. Op de kale grond rond de plassen grepen allerlei pioniersoorten als zwarte mosterd en kleine plevier hun kans. In de loop der jaren is het gebied op natuurlijke wijze geheel begroeid geraakt. Rond de plassen domineert nu nog wilgenbos. Het vormt het leefgebied van de bever.

De Romeinenweerd is bijzonder rijk aan vogelsoorten. Er zijn meer dan 180 soorten waargenomen waaronder vele bijzondere zoals porseleinhoen en woudaapje. Door de veranderingen vanaf afgraving tot aan bosvorming veranderde de broedvogelbevolking sterk. Pioniers en soorten van grazige gebieden verdwenen of namen af [kievit, scholekster, kleine plevier, graspieper]. Tegenwoordig broeden er vooral soorten van jonge bossen [fitis, tjiftjaf, bosrietzanger] en vele soorten watervogels [fuut, kuifeend, wilde eend, krakeend]. Overigens zullen de komende jaren pioniers opnieuw een kans maken.

In overleg met Rijkswaterstaat gaat een deel van het terrein op de schop en wordt een deel van het bos gekapt. Zo kan hoog Maaswater beter passeren terwijl ook de variatie in het terrein behouden blijft. Bij het centrum van Blerick en de aanwezige passantenhaven is door de gemeente Venlo het Balkon van Blerick aangelegd. Een aantal terrassen en andere publieksvoorzieningen vormen een aantrekkelijke entree tot de Maascorridor.

Een voormalig eiland in de Maas, de Blericker Nak, net ten noorden van de Zuiderbrug, werd in 2003 hersteld. Bij hoog water in de Maas stroomt een nevengeul om het eiland mee. Dit natuurfenomeen ligt midden in de stad ter hoogte van het flatcomplex Molenbossen. In de Romeinenweerd komt de Springbeek uit in de Maas. Als de beek stroomopwaarts wordt gevolgd, passeert men eerst een oude watermolen [bouwjaar 1440, nu in gebruik als woonhuis], en ligt al snel aan de zuidzijde een elzenbroekbos met daarin een plas die is gevormd in een oude meander van de Maas; aan de noordrand vormt een steilrand van enkele meters hoogte een levende herinnering aan de vroegere kracht van het stromende water.

De plas de Tangkoel [naar boerderij De Tang die sinds 1406 op een nabije zandrug ligt] is in gebruik als visvijver. Vroeger leefden hier otters. Nu is de ijsvogel er een regelmatige visser.

Het elzenbroekbos rond de Tangkoel is nog steeds goed ontwikkeld en plaatselijk bijzonder nat. Planten als de bittere veldkers groeien er in kwelsituaties, waar water vanuit hoge gronden aan het oppervlak komt.

De zuidelijkste zone van de Maascorridor is het Berckterveld, genoemd naar kasteel De Berckt noordelijk van Baarlo. Ook hier loopt een kudde galloways als natuurlijke beheerders. Het gebied bestaat uit plaatselijk ruig grasland met sloten. Kleine wilgenbosjes vormen er het leefgebied van enkele broedparen van tjiftjaf en zwartkop. In 2005, toen het gebied is ingerasterd, lag het zuidelijke deel braak. Grote aantallen zangvogeltjes als kneu, geelgors en Europese kanarie vonden er gedurende de winter hun voedsel.

Bron: Limburgs Landschap

Deel dit:
Share