Een ree, een wild zwijn of zelfs een edelhert: in diverse gebieden in Nederland kun je deze dieren tijdens je wandeling tegenkomen. Hiervoor is alleen wel wat geluk nodig. Hoe kun je de kans om wild te spotten vergroten? Wandel.nl zet een paar tips voor je op een rijtje.
Tip 1: Ga ’s ochtends of ’s avonds op pad
De meeste kans om wild te zien, heb je in de vroege ochtend en late avond. Dan gaat het wild op zoek naar voedsel en grazen de dieren op open plekken (vaak aan de bosrand). Overdag houden de dieren zich juist verscholen om in de avond weer tevoorschijn te komen, op zoek naar hun avondmaal.
Tip 2: Val zo min mogelijk op
- Zorg dat je zo min mogelijk opvalt in de natuur. Wilde dieren zoals herten schrikken snel en nemen bij het minste of geringste de benen. Draag dus geen opvallende kleding, zoals een fluorescerend shirt of een wapperende jas die bij iedere beweging geluid maakt. Trek donkere, effen kleding aan.
- Maak zo min mogelijk geluid (fluister dus) en maak geen wilde bewegingen. Ook kun je beter geen parfum of sterke geur bij je dragen, want dieren hebben meestal een veel beter reukvermogen dan wij.
- Ben je net een imposant edelhert aan het bekijken, gaat je smartphone af. Weg is dat prachtige edelhert (en je overgetelijke ervaring)! Zorg er dus voor dat je het geluid van je telefoon uitschakelt voordat je wild gaat kijken.
Tip 3: Ga naar een wildobservatiepunt
Vanuit een wildobservatiepost heb je een goed uitzicht op plekken waar regelmatig wilde dieren te zien zijn. Je vindt diverse van deze uitkijkpunten in natuurgebieden. Wil je de kans dat je tijdens je wandeling wild ziet vergroten, kies dan een wandelroute die langs een observatiepost gaat. Zo kun je uitrusten van je wandeling en tegelijkertijd wild spotten.
Op deze pagina van Natuurmonumenten vind je een overzicht van wildobservatiepunten op de Veluwe, maar ook in andere gebieden (zoals de Oostvaardersplassen) zijn observatieposten.
Tip 4: Neem een verrekijker mee
Neem een verrekijker mee om wilde dieren van dichtbij te kunnen bekijken. Lees hier meer over verrekijkers.
Tip 5: Kijk ook op de grond
Kijk goed op de grond naar sporen als uitwerpselen en pootafdrukken, zodat je weet waar dieren zijn geweest. Op die manier weet je op welke plekken je wild zou kunnen zien. Zie je omgewoelde grond langs het pad, dan is de kans groot dat hier wilde zwijnen zijn geweest. In dit artikel op Wandel.nl lees je meer over diersporen.
Tip 6: En tot slot…
Eigenlijk de allerbelangrijkste tip: geniet van de dieren, maar verstoor ze niet. Blijf altijd op een afstand van minstens 25 meter van de dieren vandaan en blijf op de paden.
Bronstijd
In september en oktober is het bronsttijd van de Edelherten. Vooral ’s avonds laat en ’s ochtends vroeg galmt dan het geluid van burlende edelherten over de heidevelden. De mannetjes proberen een vrouwtje te verleiden om uiteindelijk mee te paren. De mannetjes voeren onderling soms een hevige strijd.
Een maand eerder dan de Edelherten, eind juli en begin augustus, is de bronsttijd van de reeën. Reebokken burlen niet zoals herten en afgezien van een soort blaffend geluid dat soms gehoord kan worden verloopt de bronst redelijk geruisloos. Maar de reeën zijn in deze periode wel actiever en dat vergroot de kans om ze tegen te komen. Tijdens de bronst rent het mannetje langdurig achter het vrouwtje aan in steeds kleiner wordende cirkels totdat zij stopt om te kunnen paren.
Let op: Tijdens de bronsttijd zijn sommige delen van natuurgebieden minder toegankelijk dan normaal. Op deze manier wordt de bronst van de herten zo min mogelijk verstoord. Houd er dus rekening mee dat delen van wandelroutes afgesloten kunnen zijn en dat je een andere route moet kiezen.
Bron: Wandel.nl